Nedlloyd Scheepspagina

 

Varen bij Nedlloyd in de 70'er jaren

 

 


HOME | SCHOOL | ZAANKERK | WONORATO | MERWE LLOYD | MAIN LLOYD | WONOGIRI | NIJKERK | WILLEMSKERK | STORK HOTLO | DIVERSEN | LINKS


 

 

Zeevaartschool

 

 

Zeevaartschool... 

In 1970, toen ik nog naar de LTS ging, begon ik toch eens na te denken wat ik na deze school zou moeten doen. Werken dat zag ik toen nog niet zitten en het leek erop dat de MTS in het verschiet lag. De leraar “metaal”,  dhr Harms, had vroeger gevaren als machinist en hij vertelde er wel eens over. Het idee om ook zoiets te gaan doen begon toen te groeien… alhoewel ik géén flauw benul had wat dit eigenlijk allemaal inhield… geen familie of kennissen die in deze richting zaten, sterker nog, Twente lag helmaal niet in de buurt van een groot water. De enige keer dat ik op iets, dat toen erg groot leek, ben geweest was een uitstapje naar Giethoorn met als hoogtepunt een tripje met een punter. Ik schijn toen moord en brand te hebben geschreeuwd. Dus toen is de drang naar het water, het avontuur niet begonnen. Ook een tante in Rotterdam heeft niet de aanleiding gegeven om te gaan varen, de bezoeken aldaar leiden nooit naar de haven.

Een achterneef ging in die tijd ook naar de christelijke LTS en die had wel iets avontuurlijks in zich, en hij begon toen een keer over varen. Dat we dezelfde ideeën hadden was wel opvallend. Trouwens dat waren niet de ideeën van beider ouders. Toch hebben we het gered door met de smoes aan te komen: “…als hij mag, mag ik dan ook?...” hetgeen al snel veranderde in: “…hij gaat ook, mag ik dan ook?...”

Dus in 1971 maar eens op bezoek op de MSVS in Zwolle (deze school bestaat nog steeds !). Gelukkig wist de dhr. Roskam, die later op school “ome Nico” werd genoemd, m’n ouwe lui ervan te overtuigen dat dit best een goede keus was. En zo ging het ook met m’n achterneef.

Wel raadde hij me aan om eerst naar de oogarts te gaan, daar ik een bril met jampotbodems had met –6..!!! en hij dacht dat ik dit misschien niet zou redden omdat je een bepaald percentage zonder bril moest kunnen zien.

In Enschede zat een keuringsarts, dus ik er op een middag heen. Een van de dingen dat ik me ervan herinner was dat er een bloedmooie assistente aanwezig was… Nou was een beperkt zicht zonder bril niet zo’n probleem. Terwijl de “oogpil “ in de papieren keek, leerde ik de eerste drie regels uit het hoofd wel afgeleid door ander uitzicht. Doordat de bovenste letters het grootst zijn en er dus weinig van zijn, was dit een makkie… en ik was goedgekeurd.

Het schooljaar begon in  september 1971 en we kregen gelijk al te horen dat “de week wel even 40 uur duurde van maandag t/m vrijdag  8:00 – 17:00 uur... En niet te laat komen, spijbelen etc. etc.”

De school was op zich wel interessant, alleen de schoolconcerten zagen we niet zo zitten. Wat moet je nou met een dwars-fluitist als Chris Hinze…  Dat wist ook de conciërge, meneer Nieuwenhuize, door ons Joepie genoemd, en deze postte met z’n collega’s bij de uitgangen van de school. Maar gelukkig had het tekenlokaal ook nog een paar ramen naar buiten, en weg waren we...

Die Joepie had de onvergetelijke gave dat hij je na een eerste blik al bij naam kende… ongelooflijk.

De eerste keer dat ik te laat kwam kraaide er al, met zwaar Zwols accent, “van Door’n, waagrom zijn we te laat”, steevast met een briefje erbij dat ondertekend moest worden door de ouders.

In onze klas zaten ook een stel heren uit Harderwijk. Deze kwamen, maar vóóral gingen wanneer hen dit uitkwam. Deze hadden waarschijnlijk toen al geen huiselijk gareel waarin men diende te lopen. Op een dag peerden deze heren er met hun oude eend ervan door richting Harderwijk toen de chauffeur aan de bijrijder om z’n zonnebril vroeg. “Die zit er niet in...”. Bleek dat ze de verkeerde tas die precies gelijk was hadden meegenomen, maar deze was wel van een leraar. De anders zo coole gasten raakten hiervan toch wel van slag en keerden met spoed om naar school. Daar aangekomen is het nog gelukt om de tas in het lokaal om te wisselen zonder dat de leraar, maar vooral Joepie, dit in de gaten had.

Wij zaten op dat moment bij meneer Kip in de klas en zagen er een paar gebukt langs de lokalen sluipen.

Bij het lassen, dat was altijd op vrijdagmiddag, vroegen we regelmatig om onze stationsfiets te mogen repareren. Dat was geen probleem… waarop we aan het klussen sloegen, en direct daarop de zaak dan moesten uitproberen, richting station… Het idee van ADV was toen al door ons ingeschoren

De rapporten, vooral de eerste twee, waren net een Toto-formulier. Tot groot verdriet van de ouders, die toch dachten dat we een verkeerde keuze hadden gemaakt. Een opmerking op een rapport van de lagere school kwam bij me op: “…hij kan wel, als hij maar wil…”. Later begreep ik dat dit wel wat inhoud had en ging met de hakken over de sloot naar de 2e klas.

In de 2e klas ging het zo z’n gangetje, en alles bleef bij het oude. Alleen werden de cijfers wel wat hoger. Vooral van Elektro, dat werd door de adjunct directeur gegeven. Toen die een tijd overspannen was, werd het door ome Nico overgenomen en plots gingen de cijfers voor elektro klassikaal omhoog.

 

Examen...

Na twee jaar van geploeter moest er nog examen gedaan worden. Eerst een school- en dan een staatsexamen in ’s Gravenhage. Ik zakte daar o.a. op EHBO. Dat was ook wel logisch, want de examinatoren bestonden toen doorgaans uit koopvaardij-pensionada’s die er waarschijnlijk nog een stuiver bij konden verdienen.

Er kwam bij EHBO de vraag: “je loopt door het park en ze ziet daar een meisje op een bakje zitten… plotseling gaat ze onderuit en u (!?) kunt haar nog net grijpen… waar pakt u haar vast…” vroeg de één terwijl ze beiden begonnen te gniffelen. Van de zenuwen begon ik ook maar te lachen en was ik de draad compleet kwijt. Gezakt, maar gelukkig een herexamen. Hiervoor slaagde ik een paar weken later wel. Nu had ik mijn “VD” oftewel een Voorlopig Diploma. Later ergens in een haven maakte ik als “groentje” de fout door op een vraag van een dame: “wich certificate you have…:” te antwoorden: “I got VD....”.

Nu moest ik nog een jaar varen met een takenboek erbij. Helaas is m’n maat Aart niet geslaagd en ging pas een jaar achter me aan, ook na de NLL.

Later, na m'n vaarperiode, heb ik nog een paar jaar bij Stork Ketels gewerkt bij de Kwaliteitsdienst. Daar kwam altijd een meneer Buis van het Stoomwezen die ook nog belangrijk werk deed bij de examen commissie en in het zeevaartonderwijs om lasvoorbeelden vragen. Daarom kregen ex. WTK's daar toentertijd makkelijk een baan omdat ze tussen de middag met de heren van het Stoomwezen konden borrelen, wat ze aan boord ook gewend waren en uiteraard "dezelfde" taal spraken. Eind 70'er jaren telden de promillages nog niet....

Bij dit bedrijf lagen ook nog de resten van een glorierijk verleden, althans voor de Hengeloërs...Een hoop verroeste Hotlo koppen en dito kleppen. Je moest daar absoluut geen negatieve opmerkingen over maken... Ruzie was er zo, want dit waren immers de beste motoren ooit gebouwd ....!!